1. Algemene ontwikkeling
Het COELO onderzoekt jaarlijks de lastendruk met betrekking tot de gemeentelijke belastingen en heffingen. Het gaat om belastingen en heffingen die tot woonlasten voor gebruikers van woningen leiden (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing).
In het volgende overzicht hebben we de cijfers uit de COELO-atlas 2025 opgenomen.
De uitgangspunten daarbij zijn:
- Voor Oss is de gemiddelde WOZ-waarde koopwoning € 458.000 (stijging t.o.v. 2024 met 5,3%)
- De landelijk gemiddelde WOZ-waarde koopwoning is € 506.000
- Het tarief voor de afvalstoffenheffing is voor 2025 gebaseerd op een tarief gebaseerd op een container van 140 liter voor restafval in combinatie met een container van 140 liter voor GFT-afval. Het tarief voor 17-18 keer ledigen in 2025 is dan € 360,24. Het COELO gaat ervan uit dat een gemiddeld gezin de container 11-12 keer buiten zet en dus een korting achteraf ontvangt van € 27,50. Voor 2026 hanteren we het tarief voor een meerpersoonshuishouden.
- Het tarief voor de rioolheffing bestaat uit het eigenaarstarief plus het gebruikerstarief van een woning
Op basis van de cijfers 2025 ziet het overzicht voor Oss er als volgt uit:
lastendruk | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|
standaardwoning | Oss | Landelijk | Oss | Landelijk |
Onroerende zaakbelastingen | € 403 | € 423 | € 461 | € 453 |
Afvalstoffenheffing | € 292 | € 346 | € 333 | € 364 |
Rioolheffing | € 178 | € 225 | € 178 | € 235 |
Totaal | € 873 | € 994 | € 972 | € 1.052 |
Uit deze cijfers blijkt dat de lastendruk in Oss in 2025 € 80 onder het werkelijke landelijk gemiddelde ligt. In 2024 was dit € 121.
2. Uitgangspunten tarieven
Het is ons beleid om de Osse lastendruk minimaal € 22,50 onder het landelijk gemiddelde te houden. Voor het landelijk gemiddelde gaan we uit van de cijfers van het COELO.
Onze uitgangspunten voor de tarieven in 2026 zijn:
- We verhogen de OZB in 2026 met 2,67%. Dit betreft de verwachte inflatie voor 2026 vanuit het CPB.
- Per 2026 gaan we over naar een andere grondslag voor de afvalstoffenheffing. We voeren een tarief in op basis van een eenpersoons- en een meerpersoonshuishouden. Het tarief voor een meerpersoonshuishouden wordt € 384,56.
- We verhogen de rioolheffing niet.
Afhankelijk van landelijke ontwikkelingen verwachten we dat de lokale lastendruk onder het landelijke gemiddelde blijft. Het exacte bedrag kunnen we pas bepalen nadat bekend is hoe andere gemeente stijgen in lastendruk in 2026.
In het vervolg van deze paragraaf gaan we uit van deze uitgangspunten voor de tarieven. De definitieve voorstellen voor de tarieven behandelt de gemeenteraad in december 2025 bij het vaststellen van de belastingverordeningen.
Uitgangspunten kostentoerekening aan heffingen en leges
Alle kosten, die direct toegerekend kunnen worden aan heffingen en leges, komen ten laste van deze producten. Voor indirecte kosten, ook wel overhead genoemd, is dit niet mogelijk. Deze indirecte kosten bestaan onder andere uit kosten voor ICT, huisvesting, inkoop en financiën. Deze kosten begroten we volgens de verslagleggingsvoorschriften (BBV) centraal in programma 9. Besturen in verandering van tijden. Voor het berekenen van tarieven brengen we een deel van de indirecte kosten ten laste van de tarieven. Dit doen we met een opslag van de overhead als percentage op de directe loonkosten. Dit is voor 2025 68% (voor buitendienstmedewerkers hanteren we een lager percentage 34%). Voor de heffingen zien we het onderdeel BTW ook als kosten (passend binnen wettelijke kaders en de BBV). Deze rekenen we daarom door in de tarieven.
Kostendekkendheid heffingen
In de volgende tabel laten we zien voor welk percentage de tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend zijn.
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | Afvalstoffenheffing | Rioolheffing |
---|---|---|
Netto kosten | 14.236 | 7.263 |
Overhead | 2.028 | 782 |
BTW | 1.285 | 1.072 |
Totale kosten | 17.549 | 9.117 |
Totale opbrengsten heffing | 17.525 | 9.117 |
Kostendekkendheid exclusief reserve | 100% | 100% |
Kostendekkendheid inclusief reserve | 100% | 100% |
Kostendekkendheid leges
In de volgende tabel laten we de kostendekkendheid van de leges zien. Deze kostendekkendheid is gebaseerd op de uitgangspunten die we hiervoor beschreven hebben.
Omschrijving | Kostendekkendheid |
---|---|
Legesverordening Titel 1 | |
Geboorten, huwelijken en overlijden | 92,65% |
Gemeentelijke basisadministratie | 7,32% |
Reisdocumenten | 87,20% |
Rijbewijzen | 99,17% |
Legesverordening Titel 2 | |
Omgevingsvergunningen | 96,01% |
Legesverordening Titel 3 | |
APV en bijzondere wetten | 4,28% |
Marktgelden | 73% |
Overige leges | |
Begraven | 41% |
Binnen de legesverordening onderscheiden we zogenaamde titels. De mate van kostendekkendheid bekijken we op het niveau van deze titels. Binnen deze titels kan sprake zijn van zogenaamde kruissubsidiëring, bijvoorbeeld grote bouwwerken zijn relatief goedkoper dan kleinere bouwwerken.
3. Prognose lastendruk 2026
In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van de te verwachte belastingdruk voor 2026.
Lastendruk standaardwoning 2026 | Oss prognose |
---|---|
Onroerende zaakbelastingen (+ 2,67%) | € 474 |
Afvalstoffenheffing | € 385 |
Rioolheffing | € 178 |
Totaal | € 1.037 |
We verwachten dat de gemiddelde lastendruk in 2026 stijgt met € 65 ten opzichte van 2025. Dit komt vooral door de stijging van de afvalstoffenheffing met € 52.
4. Kwijtschelding
De in de wet geboden ruimte om het kwijtscheldingsbeleid vorm te geven gebruiken we maximaal, wat betekent dat de kwijtscheldingsnorm op 100% ligt. Kwijtschelding kennen we voor de volgende belastingen toe:
- Onroerende zaakbelastingen (na de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB op woningen komt deze vorm van kwijtschelding nog slechts een enkele keer voor)
- Rioolheffing
- Afvalstoffenheffing
- Hondenbelasting
Kwijtscheldingsverzoeken per heffingsjaar | 2024 | 2025 prognose |
---|---|---|
Meerjarige kwijtschelding | 1.380 | 1.341 |
Incidentele verzoeken | 1.289 | 1.092 |
Totaal | 2.669 | 2.433 |
5. Overzicht belangrijkste belastingen en heffingen
| Opm. | Tarief 2025 | Begrote opbrengsten 2025 | Tarief 2026 | Begrote opbrengsten 2026 |
---|---|---|---|---|---|
Onroerende zaakbelastingen | |||||
- gebruikers niet-woningen | 1 | 0,2418% | € 4.866.000 | - | € 4.996.000 |
- eigenaren woningen | 1 | 0,1007% | € 16.296.000 | - | € 16.920.000 |
- eigenaren niet-woningen | 1 | 0,2942% | € 6.571.000 | - | € 6.746.000 |
Afvalstoffenheffing | 2 | € 333 | € 13.435.000 | € 385 | € 15.023.000 |
Rioolheffing | |||||
- woningen | 3 | € 178,32 | € 7.365.000 | € 178,32 | € 7.433.000 |
- niet-woningen | 4 | € 178,32 | € 1.643.000 | € 178,32 | € 1.634.000 |
Hondenbelasting | 5 | € 55,80 | € 567.000 | € 55,80 | € 567.000 |
(Water)toeristenbelasting | 6 | € 1,10 | € 320.000 | € 1,90 | € 585.000 |
- De tarieven voor 2026 volgen. Deze worden vastgesteld via een apart raadsvoorstel in december 2025.
- Het tarief is gebaseerd op een meerpersoonshuishouden.
- Het tarief van € 178,32 is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- € 148,56 voor een eigenaar van een woning
- € 29,76 voor de gebruiker (tot 125 m3).
- Voor kavels tot 1.000 m2 is het tarief voor niet-woningen gelijk aan het tarief van woningen. Bij een grotere kavel geldt een opslag op het basistarief.
- Het tarief is gebaseerd op het tarief voor de 1e hond.
- Het tarief voor toeristenbelasting is € 1,10 per overnachting. Het tarief voor watertoeristenbelasting is € 1,10 per persoon per etmaal, waarbij een factor voor de lengte van het vaartuig wordt toegepast. In de strategische heroriëntatie is voorgesteld om het tarief in 2026 te verhogen naar € 1,90 per persoon per overnachting. We komen separaat met een voorstel.