Strategische heroriëntatie
1. Inleiding
Onze programmabegroting 2025-2028 was meerjarig niet structureel sluitend. Daarom zijn we een strategische heroriëntatie gestart. Dit doen we vanuit een inhoudelijke koers (zie paragraaf “Afwegingskader”). Deze koers heeft mede als doel om toe te werken naar een duurzaam financieel gezonde gemeente, waarin er op de lange termijn evenwicht is tussen inkomsten en uitgaven. In de kadernota presenteerden we de strategische heroriëntatie. In deze programmabegroting verwerken we deze voorstellen in financiële zin en hebben we ook de “minder meerkosten” op het gebied van Jeugdhulp en Wmo vertaald.
Dit leidt ertoe dat het totaal van de ombuigingen qua saldo gestegen is.
2. Aanpak Strategische heroriëntatie
Via het traject van de strategische heroriëntatie werken we toe naar een blijvend duurzaam financieel gezonde gemeente, waarin we voor de langere termijn een evenwicht willen realiseren tussen de inkomsten en uitgaven van onze gemeente. En dus ook evenwicht in ambities (effecten en doelen), middelen (financiën) en organisatie (taakuitvoering / uitvoeringskracht).
Het proces van de strategische heroriëntatie en de financiële taakstelling is door de gemeenteraad vastgesteld bij de behandeling van de programmabegroting 2025-2028. Het proces is vervolgens gestart met een objectivering van onze begroting. Adviesbureau BMC heeft voor ons een, relatief snelle, benchmark uitgevoerd waarin onze gemeente vergeleken is met diverse vergelijkbare gemeenten. De inkomsten en uitgaven zijn vergeleken met de één na goedkoopste gemeenten en ook met het gemiddelde van andere gemeenten. Op deze manier is het besparingspotentieel in beeld gebracht. Deze benchmark is als middel gebruikt door de organisatie om ombuigingsvoorstellen in beeld te brengen. De benchmark heeft geholpen om scherpte aan te brengen in de discussie en ter inspiratie.
Met een toegesneden aanpak voor onze gemeente zijn samen met BMC de volgende stappen gezet:
- Doorlichten van alle budgetten per product (opbouw product, mate van beleidsvrijheid en de mate van beïnvloedbaarheid);
- Ambtelijk zijn per product ombuigingsvoorstellen in beeld gebracht. De belangrijkste spelregel: voor de voorstellen waren er geen taboes of (politieke) inperkingen (‘heilige huisjes’) vooraf;
- In de werkgroepen is hierop gestuurd door slechts twee exclusiecriteria te hanteren: een maatregel wordt alleen níet opgevoerd als:
- De maatregel niet uitvoerbaar is of bijvoorbeeld door wettelijke beperkingen een te grote onzekerheid kent, waardoor de bezuiniging naar alle waarschijnlijkheid niet volledig geëffectueerd kan worden;
- De maatregel netto niets oplevert. Dit kan bijvoorbeeld door dat een zogenaamd ‘waterbedeffect’ optreedt. Dat wil zeggen dat de maatregel wel geld oplevert, maar onherroepelijk tot meerkosten leidt op een ander beleidsterrein, die de grootte van de bezuiniging overstijgt. Een ander voorbeeld is wanneer de maatregel een dusdanig grote investering of desinvestering vraagt, dat die de opbrengst van de bezuiniging overstijgt. In dit geval spreken we van kapitaalvernietiging.
- De benchmark vanuit BMC vormde de start van het gesprek en is niet leidend geweest bij de ombuigingsvoorstellen, maar heeft gediend als middel om tot de ombuigingsvoorstellen te komen;
- Interne en externe kennis en ervaring is benut, waarbij er een goede wisselwerking is geweest tussen kennis en expertise binnen de werkgroepen in de organisatie en adviseurs vanuit BMC. Concreet betekent dit dat BMC ook voorbeelden van andere gemeenten heeft gedeeld ter inspiratie en aanvulling.
Deze stappen hebben geleid tot het presenteren van een set van ombuigingsvoorstellen waar uit gekozen kon worden. Tijdens de opiniecommissie van 17 april 2025 heeft u ons daar kaders en uitgangspunten voor meegegeven. We hebben uw input meegenomen bij het maken van de voorgenomen keuzes. Dit heeft geresulteerd in het document ‘Strategische heroriëntatie Gemeente Oss’ waarin we voor hebben gelegd welke maatregelen we door willen voeren op basis van het afwegingskader. De gemeenteraad heeft dit document geamendeerd aangenomen op 3 juli 2025. We hebben de Strategische heroriëntatie nu verwerkt in deze programmabegroting.
3. Afwegingskader: koers voor de toekomst
Een strategische heroriëntatie betekent bezuinigen en kiezen met visie. Daarbij horen vragen, zoals wat voor soort gemeente willen we zijn? Wat is de koers naar de toekomst? etc. We hebben daarbij nadrukkelijk gekeken wat we willen behouden en in stand willen houden in onze gemeente en waar we dus niet op willen bezuinigen.
We hebben de bezuinigingen ingevuld vanuit het volgende kader:
Ambities coalitieakkoord ‘Samen duurzaam Vooruit’
Wie vandaag door Oss loopt, ziet een gemeente in beweging. Met stedelijke ambities én de kracht van een hechte samenleving. Met ruimte om te wonen en lef om te vernieuwen. Met dorpen waar mensen naar elkaar omkijken en een stad die groeit, bruist en verrast. Hier zijn we trots op. Vanuit dit uitgangspunt blijven we vasthouden aan de ambities uit het coalitieakkoord ‘Samen Duurzaam Vooruit’. Het gaat om de volgende hoofdlijnen:
- De verstedelijkingsopgave met woningbouw en mobiliteit.
- De klimaatopgave en energie transitie.
- Goede dienstverlening, transformatie en kostenbewustzijn van het sociaal domein.
- Stedelijke voorzieningen voor een aantrekkelijke stad.
- Duurzaam houdbare voorzieningen voor vitale dorpen.
- Een professionele organisatie.
In het algemeen willen we ingezette lange lijnen en koers niet verstoren. We willen maatschappelijke schokken vermijden en kijken hoe we kunnen besparen met beperkte impact op onze inwoners en partners.
Wat meer specifiek hanteren we daarbij de volgende kaders
- Sociale visie
Meedoen mogelijk maken is onze missie in het Sociaal Domein. Al onze inwoners moeten de mogelijkheid hebben om mee te doen in onze samenleving. We werken aan drie grote bewegingen:
- Normaliseren: de beweging naar meer acceptatie van diversiteit, beperkingen en tegenslag;
- Voorkómen: de beweging om niet pas in actie komen als er een probleem is maar te kiezen voor gezond leven en samenleven;
- Substitutie: de beweging van individueel aanbod naar meer collectief aanbod, van professionele hulp naar onderlinge ondersteuning, van bijvoorbeeld zorg naar eerst wonen, werk, inkomen of leren, van grootschalig en residentieel naar kleinschalig en ambulant
Vanuit deze drie grote bewegingen werken we aan drie inhoudelijke speerpunten:
- Bestaanszekerheid herstellen
- Kansengelijkheid vergroten
- Gezond leven makkelijker maken
Systemen en organisaties moeten op een andere maat gaan dansen, ook wij. We zien drie overkoepelende organisatorische opgaven:
- Investeren in de 'beweging van de transformatie'. Dit betekent het versterken van de sociale basis, dus van onze ondersteuning van maatschappelijke zelforganisatie. We willen sterke verenigingen, scholen, levendige wijk- en dorpshuizen, nieuwe coöperaties, burenhulp, in gebouwen en in een omgeving die ondersteunend werken, en daar moeten we ons beleid en uitvoering op richten. Maar dit betekent ook normaliseren, voorkomen en substitutie en stimuleren van een beweging naar de eerstelijnsvoorzieningen.
- Versterken sociale teams en andere eerstelijnsvoorzieningen. We willen dat er ruimte en mandaat is om inwoners te informeren en te helpen, in of nabij hun huis en buurt, voorafgaand aan indiceren en verwijzen, als dat dan nog nodig is. We zetten ervaringskennis in. We ‘mengen’ betaalde en onbetaalde ondersteuning.
- Goede koppeling met flexibele achterliggende ketens en kokers. We willen gespecialiseerde ondersteuning in eerste lijn halen in plaats van onze inwoners doorverwijzen. We willen snel en eenvoudig multidisciplinair overleg als de situatie daar om vraagt. We willen makkelijker op- en afschalen in ondersteuningsprocessen.
Als we deze visie vertalen naar bezuinigingen dan willen we met name individuele en geïndiceerde volwassenen en jeugdzorg verminderen. Daartoe moeten we de sociale basis, collectief aanbod, en de nulde en eerste lijnsvoorzieningen versterken, bestaanszekerheid en gezondheid vergroten of tenminste instandhouden, en verschillen daarin tussen mensen verkleinen. Investeringen in normaliseren, voorkomen en substitutie zijn daarbij noodzakelijk. Met dit pakket verwachten we in staat te zijn kostengroei te beperken of tot staan te brengen, en een leefbare samenleving te helpen realiseren.
Voor het sociaal domein geld dat we met name inzetten op het beperken van kostenstijgingen (zorgen voor minder meerkosten). De maatregelen hiervoor dragen niet direct bij aan de taakstelling van € 5,5 miljoen maar zijn van groot belang om financieel solide te blijven. Het gaat om maatregelen met maatschappelijke impact maar waarvan wij inschatten dat ze onvermijdelijk zijn om te komen tot een houdbaar en betaalbaar sociaal domein. We blijven er uiteraard voor zorgen dat mensen die hulp nodig hebben dat ook krijgen. We verwijzen hiervoor ook naar het hoofdstuk over minder meerkosten.
Meer concreet kiezen we voor de volgende richtingen om te besparen:
- We zetten in op het terugdringen van het aantal individuele beschikkingen en het verkorten van beschikt individueel hulpaanbod (in het kader van minder meerkosten).
- We kijken kritisch naar budgetten die niet (volledig) worden besteed en lucht in de begroting. We zien met name op het gebied van beheer van accommodaties dat er ruimte is om te besparen zonder dat dit maatschappelijke impact heeft. Daarnaast zien we dat we op een aantal plekken garantstellingen of budget hebben gereserveerd dat niet volledig nodig blijkt.
- Op het gebied van sport zetten we vooral in op het op een andere manier organiseren van onderhoud van sportaccommodaties. Hier gaan we onderzoek naar doen.
- We zetten in op het minder toewijzen van woningaanpassingen als onderdeel van het huidige aanbestedingsproces. Daarnaast stoppen met de specialistische ontmoetingsfunctie wegens twijfels over het gebruik hiervan.
- We kiezen er dus nadrukkelijk voor om ombuigingsvoorstellen die de meest kwetsbare inwoners raken niet door te voeren door niet te bezuinigen op minimabeleid en armoede.
- De bestaande subsidieregelingen houden we in stand. We gaan wel met de gemeenteraad in gesprek over het subsidiebeleid. We kiezen op dit moment voor een algemene taakstelling van 1% en een aanjager om het gesprek over ons subsidiebeleid kritisch te voeren. We blijven subsidies wel indexeren. Het maken van meer inhoudelijke keuzen komt aan de orde als we het nieuwe subsidiebeleid gaan vaststellen. Dat verwachten we in 2026 aan de Raad aan te bieden. Voor nu vinden we het, gezien de bezuinigingen die de gemeente zelf moet doorvoeren als gevolg van verminderde inkomsten van het Rijk, rechtvaardig om ook onze gesubsidieerde partners daarvan een beperkt deel te laten dragen. De omvang van 1% maakt dat we verwachten dat we de noodzakelijke investeringen in onder andere de sociale basis en de nulde\eerste lijn niet in gevaar brengen.
- Omgevingsvisie
In onze omgevingsvisie staan vier ambities centraal. Zij vormen de stip op de horizon.
- De gemeente Oss gaat voor een toekomstbestendige verstedelijking en vitale kernen:
- We zetten in op de ontwikkeling van het stedelijk gebied. We maken een schaalsprong, bouwen aan de stad aan het spoor en zetten in op een combinatie van wonen en werken. Daarnaast zetten we ons in voor het behoud van vitale kernen.
- Onze mobiliteitsopgave groeit mee met de stad. We ontwikkelen onze Spooragenda in afstemming met stedelijke ontwikkeling. We verminderen de barrièrewerking van het spoor. We zetten in op een modal shift van de auto naar fietsen en wandelen en creëren ruimte in onze stad voor bewegen en ontmoeten. Onze kernen blijven gedeeltelijk afhankelijk van individueel vervoer. Hier zetten we in op verduurzaming en openbaar vervoer.
- We bouwen aan gemeenschappen (inclusief en divers) met de daarbij behorende voorzieningen in de binnenstad, de wijken en de kernen.
- De schaalsprong in verstedelijking versterkt het draagvlak van de stedelijke voorzieningen. Door daar ruimte aan te bieden creëren we een aantrekkelijk stadshart.
- De gemeente Oss heeft een gezonde, veilige en groene leefomgeving
- We werken aan robuuste ecosystemen, zowel in natuurgebieden en verbindingszones als groene structuren in de stad. Dat doen we zowel bij de bestaande stad als ook bij nieuwe ontwikkelingen. De kwaliteit van het groen in de directe omgeving is daarbij belangrijk, zowel ecologisch gezien als in de uitstraling.
- We stimuleren gezondheid en faciliteren bewegen en ontmoeten in de (directe) omgeving. Dat betekent groen voor de deur en beweegmogelijkheden in de buurt
- We streven naar een schone, veilige en gezonde leefomgeving met een waterkwaliteit, bodemkwaliteit en luchtkwaliteit die voldoet aan de normen.
- De gemeente Oss is energieneutraal, circulair en klimaatbestendig in 2050
- In 2050 zijn wij een klimaatneutrale gemeente door een reductie in ons energieverbruik samen met een uitbreiding van de opwek van duurzame energie.
- In 2050 zijn wij een circulaire gemeente. We gebruiken meer herbruikbare materialen en reduceren onze afvalproductie.
- We beperken de overlast door extremere weersomstandigheden ten gevolge van klimaatverandering. We richten ons hoofdzakelijk op de thema’s wateroverlast, droogte en hitte. Het principe bodem en water sturend, is leidend bij ruimtelijke ontwikkelingen.
- De gemeente Oss is ondernemend en uitnodigend
- We verduurzamen onze bestaande werklocaties en faciliteren voldoende ruimte voor de behoefte van de toekomst. We gaan daarbij uit van het principe “juiste bedrijf op de juiste plek” en kijken bij (her)ontwikkeling naar slimmere intensievere benutting van de ruimte, dubbel ruimtegebruik en functiemenging.
- We omarmen onze topsectoren pharma & lifescience, de maakindustrie en agrofood en zetten in op de campusontwikkeling van Pivot Park als toonaangevend onderdeel van de stad.
- In Oss is en blijft ruimte voor de agrarische sector om te innoveren.
- We benutten en versterken de aantrekkelijkheid van onze gemeente om te verblijven en recreëren waarbij iedere inwoner profiteert van het toerisme.
Vanuit deze visie kiezen we om vast te houden aan de volgende uitgangspunten:
- We houden vast aan onze ambities voor de stad. Projecten, zoals Lievekamp/ Muzelinck, Golfbad, grootschalige woningbouw, spooragenda en mobiliteitsplan zijn essentiële lijnen voor de toekomst van onze Stad. Daarbij hoort ook een passend parkeerbeleid.
- We hanteren het principe dat de gebruiker betaalt: we verhogen leges, bijdragen en zetten in op kostenverhaal.
- We willen nadrukkelijk geen verloedering van de openbare ruimte. We besparen dus niet op onderhoud van de openbare ruimte en natuurgebieden.
- Op het gebied van economie willen we nadrukkelijk eerst een inhoudelijk gesprek over de havenvisie en verkennen we de mogelijkheden van een ondernemersfonds.
- Het centrum van Oss is van groot belang. Daarom bezuinigen we niet op grote stedelijke projecten, doen we geen specifieke belastingverhogingen (reclame- en precariobelasting), houden we de kermis in het centrum aantrekkelijk en houden we de bijdrage aan het CMO in tact. De bijdrage die we wel vragen voor het centrum is een passend parkeerbeleid, passend bij onze ambities voor de stad.
- Ons toeristisch veld is belangrijk. We bezuinigen niet op budget voor recreatie en toerisme en evenementen. Wel verhogen we de toeristenbelasting, waarvan we ongeveer de helft van deze verhoging reserveren voor een fonds.
- Veiligheid, Organisatie & dienstverlening
Veiligheid
Jeugd en Veiligheid is voor ons een belangrijke prioriteit. Het beter weerbaar maken van de overheid en de samenleving vraagt steeds meer aandacht. Daarom kiezen we er voor om niet te bezuinigingen op het gebied van veiligheid. We zien zelfs dat het mogelijk noodzakelijk is om te investeren gezien de vele ontwikkelingen op het gebied van openbare orde en veiligheid.
Organisatie en dienstverlening
We willen samen duurzaam vooruit. Om dit te realiseren is een sterke organisatie nodig voor beleidsontwikkeling en –uitvoering. Oss groeit en de organisatie groeit mee. We willen dat onze bedrijfsvoering en dienstverlening een stevig fundament vormen, waarbij het meegroeien en inspelen op veranderende omstandigheden en nieuwe wetgeving als randvoorwaarde geldt. Verdergaande digitalisering, meer samenhang tussen de verschillende onderdelen en adequate stuurinformatie verstrekken, maken onderdeel uit van deze ontwikkeling. Ook het zijn van een aantrekkelijke werkgever, onze medewerkers faciliteren om te kunnen groeien en het creëren van voldoende kennis en kunde om de opgaven uit te kunnen voeren is daarbij randvoorwaardelijk. Vanuit dit perspectief zijn we terughoudend met bezuinigingen die:
- onze aantrekkelijkheid als werkgever nadrukkelijk aantasten;
- de ontwikkeling van onze medewerkers in kennis en kunde beperken;
- leiden tot een algemene taakstelling op de personele budgetten van de organisatie. Ombuigingen op personeel volgen besluiten op gebied van taken en projecten (‘Mens volgt Inhoud’). Wel zetten we in op de mogelijkheden om slimmer te werken via standaardisering, datagericht werken digitalisering en toepassing van AI. Ook zetten we in op het terugdringen van inhuur. Niet zozeer als bezuiniging, maar vooral voor de ontwikkeling van de eigen organisatie (effectiever, eigen kennisontwikkeling, aantrekkelijkheid als werkgever etc.).
Bestuur
De Gemeenteraad, het college B&W en de gemeentelijke organisatie werken samen aan een samenleving waarin we in verbinding zijn. In verbinding met onze inwoners, vrijwilligers, ondernemers en andere samenwerkingspartners. We doen dit voor de gehele Osse gemeente, ieder vanuit onze eigen rol. Belangrijke kernwaarden daarbij zijn: zichtbaar, betrouwbaar en realistisch .
Gemeente Oss is integer en transparant met respect voor elkaars functies en posities. Participatie en betrokkenheid bij de besluitvorming is belangrijk. Dit stimuleren we actief en heeft een plek in onze manier van werken. We willen dat inwoners betrokken zijn de gemeenschap en actief meedoen en initiatief nemen.
We vinden het belangrijk om de positie van de Raad en de lokale democratie stevig te houden. De rekenkamer is hierin ook een belangrijk instrument. Daarom doen we op dit gebied geen voorstellen voor bezuinigingen.
Meer concreet kiezen we voor de volgende richtingen om strategisch te heroriënteren:
- We zetten in op digitalisering. Door enerzijds te investeren in digitalisering verwachten we dat we op termijn een € 0,5 miljoen structureel kunnen besparen.
- We kiezen er niet voor om een algemene taakstelling op personeel neer te leggen. Wel gaan we nadrukkelijk kijken naar het terugdringen van inhuur. Dit levert niet direct een financiële besparing om maar draagt bij aan een efficiëntere organisatie en het behoud van kennis.
- We voeren op verschillende terreinen werkzaamheden uit voor derden (met name andere gemeenten). We zorgen dat we de daadwerkelijke kosten gaan verrekenen en hier zakelijker mee omgaan.
- We kijken ook kritisch naar waar we zelf kunnen besparen. Een voorbeeld hiervan is het stoppen van de catering op vrijdag.
- Voor de Wet open overheid hebben we budget ontvangen van het Rijk. We kunnen een deel van de werkzaamheden opvangen binnen huidige budgetten. We schalen daarom dit budget af (niet de ambitie)
- Financiële afwegingen
In het coalitieakkoord ‘Samen Duurzaam Vooruit’ is gekozen voor een degelijk financieel beleid in onzekere tijden. Onze ambitie is om ons huishoudboekje blijvend op orde te houden door een stabiel financieel beleid, heldere afspraken en financiële lenigheid om in te spelen op nieuwe omstandigheden. We willen de lokale lastendruk voor onze inwoners en bedrijven laag houden.
We hanteren een aantal financiële uitgangspunten:
- We versterken een zakelijke houding van de gemeente. Dit betreft bijvoorbeeld het hanteren van zakelijke tarieven voor dienstverlening voor anderen, zoals andere gemeenten.
- We gaan uit van kostendekkende tarieven voor riolering en afval en daarnaast kijken we kritisch naar de kostendekkendheid van leges. Daarbij hanteren we het profijtbeginsel.
- Geen taken zonder knaken. Op een aantal beleidsterreinen, zoals op het gebied van klimaat en energie, doen we het met de extra middelen die we vanuit het Rijk krijgen. Landelijke ombuigingen gaan we in principe niet compenseren met eigen gemeentelijke middelen. Denk daarbij ook aan de toekomstige ombuigingen op de SPUK- gelden.
- We houden vast aan de norm van de lokale lasten van minimaal € 22,50 onder het landelijke gemiddelde.
Meer concreet kiezen we voor de volgende richtingen om te besparen:
- We kijken kritisch naar budgetten in de begroting. Waar we zien dat budgetten niet volledig worden besteed bekijken we of we ze kunnen verminderen. Zeker gezien de voordelige jaarrekeningsaldo’s zijn we hier scherp in.
- We voeren een aantal technische financiële maatregelen door. Hiermee kunnen we voor een fors bedrag besparen zonder dat het directe impact heeft op onze inwoners en partners. We vinden de maatregelen nog zeker financieel verantwoord. Het gaat onder andere om het niet meer toerekenen van rente op reserves en het verlagen van de post onvoorzien.
- We zetten een deel van de algemene reserve in om komende jaren het tekort op te vangen. Dit mag van de toezichthouder (Provincie Noord-Brabant) onder voorwaarden. Het gaat om 10% per jaar van het vrij besteedbare bedrag in de algemene reserve. Dit betreft € 5,6 miljoen en dus € 560.000 per jaar. Gezien de omvang van onze overige reserves en de doorgaans positieve jaarrekeningsaldo’s vinden we dit verantwoord.
- Daarnaast willen we wat ‘risicovoller’ gaan begroten. We doen dit door een bezuiniging op onze werkbudgetten. Dit betreft budgetten waar geen meerjarige verplichting aan ten grondslag ligt. We zien ook op basis van afgelopen jaren dat hier ruimte zit.
- We voeren een algemene taakstelling op subsidies door van 1% met ingang van 2028. We zien dit als een aanjager om het gesprek over ons subsidiebeleid kritisch te voeren. We kiezen er voor om subsidies wel te blijven indexeren.
- Met het pakket aan ombuigingsvoorstellen dat we nu voorleggen hoeven we de OZB voor inwoners en bedrijven niet te verhogen.
4. Bezuinigingsvoorstellen
In deze programmabegroting zijn bezuinigingen opgenomen voor een totaalbedrag van € 10 miljoen. Dit is aanzienlijk meer dan wat we eerder presenteerden in de kadernota (€ 5,1 miljoen). Dit komt omdat we in deze programmabegroting een financiële vertaling hebben gemaakt van de minder- meerkosten op het gebied van Jeugdzorg (taakstellende bezuiniging van € 4 miljoen) en Wmo individuele begeleiding (€ 0,9 miljoen).
De volgende bezuinigingen zijn opgenomen in de programmabegroting:
+ is nadeel: hogere uitgaven/ lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/ hogere inkomsten
bedragen * € 1.000
Pr | Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Vrijval post onvoorzien Scouting Geffen | -11 | -11 | -11 | -11 | -11 |
1 | Verhogen begrote inkomsten Tritongebouw Oss | -8 | -8 | -8 | -8 | -8 |
1 | Verhogen begrote huurinkomsten Het Honk Oss | -5 | -5 | -5 | -5 | -5 |
1 | Woningaanpassingen minder toewijzen | 0 | 0 | 0 | -100 | -100 |
1 | Leges Gehandicaptenparkeerkaart (GPK) verhogen | 0 | -40 | -40 | -40 | -40 |
1 | Budget voor anti-stigma verlagen | 0 | -50 | -50 | -50 | 0 |
1 | Doorbraakbudget laten vervallen | -30 | -30 | -30 | -30 | 0 |
1 | Stoppen met Specialistische Ontmoetingsfunctie | 0 | 0 | -100 | -214 | -214 |
1 | Subsidie Bonte Hoef stopzetten als gevolg van samenvoeging | 0 | 0 | -9 | -9 | -9 |
1 | Kostenbeheersing jeugdhulp | 0 | 0 | -1.600 | -3.257 | -4.000 |
1 | Minder meerkosten Wmo: strenger indiceren hulp bij huishouden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Minder meerkosten Wmo: realiseren substitutie dagbesteding | 0 | -75 | -150 | -170 | -170 |
1 | Minder meerkosten Wmo: benodigde investeringen | 0 | 120 | 135 | 150 | 150 |
1 | Minder meerkosten Wmo: realiseren substitutie individuele begeleiding | 0 | 0 | -300 | -600 | -900 |
2 | Bijstellen begroting onderwijshuisvesting | -24 | -24 | -24 | -24 | -24 |
2 | Afschrijvingstermijn maatschappelijk vastgoed voor nieuwe investeringen naar 45 jaar | 0 | 0 | -1 | -74 | -120 |
2 | Bijzondere bijstand: inboeken verlaging eigen risico AZOSS | 0 | 0 | -342 | -342 | -342 |
2 | Doorontwikkelen Talentencampus naar Lerende Stad Oss | 0 | -30 | -30 | -30 | -30 |
2 | Algemene taakstelling diverse werkbudgetten Sociaal Domein | -86 | -51 | -51 | -51 | -51 |
3 | Onderzoek verkoop N-H Garnizoenskerk in Ravenstein | 0 | 0 | 0 | -29 | -29 |
3 | Actualiseren huurinkomsten binnensport | -35 | -35 | -35 | -35 | -35 |
3 | Vrijval begrote kosten exploitatie Zuidergebouw en andere panden | -73 | -73 | -73 | -73 | -73 |
3 | Afstoten gymzaal Hoefeind I en II | 0 | 0 | 0 | -68 | -68 |
3 | Besparing op onderhoud sportaccommodaties en onderzoeksopdracht langere termijn | 0 | -40 | -60 | -80 | -80 |
3 | Begroten doorbelasting gemeentelijke belastingen aan sportclubs | 0 | -12 | -12 | -12 | -12 |
3 | Doorbelasten energiekosten sporthal Rusheuvel | -50 | -50 | -50 | -50 | -50 |
3 | Verlagen onderhoudsbudget sportterreinen | -50 | -50 | 0 | 0 | 0 |
3 | Voordeel bijdragen onderhoud en energie in MFA's | -149 | -149 | -187 | -187 | -187 |
3 | Alternatieve huisvesting K26 Stichting Kunst en Cultuur | 0 | 0 | -20 | -43 | -43 |
3 | Vrijvallen subsidies overige lokale omroepen | 0 | 0 | -16 | -16 | -16 |
3 | Verlagen budget achtervang aan Stichting Wijkcentrum Ruwaard | 0 | -78 | -78 | -78 | -78 |
3 | Stelpost sportstimulering afschaffen | 0 | 0 | -18 | -18 | -18 |
3 | Vrijval budget stichting Sportbedrijf Talentencampus | 0 | -69 | -69 | -69 | -69 |
3 | Algemene bezuiniging op subsidies 1% | 0 | 0 | 0 | -250 | -250 |
4 | Verlaging van bijdrage aan Stichting dierenopvang vanaf 2026 | 0 | -20 | -20 | -20 | -20 |
4 | Versobering onderhoud kunstobjecten door Kunstwacht | 0 | -10 | -10 | -10 | -10 |
4 | Brandgangverlichting BrabantWonen afsluiten van gemeentelijk net | 0 | -20 | -20 | -20 | -20 |
4 | Vrijval werkbudget Klimaat en Energie | -73 | -73 | -73 | -73 | -73 |
4 | Anterieure overeenkomsten bij energiesysteem | 0 | 0 | -60 | -60 | -60 |
4 | Algemene taakstelling diverse werkbudgetten Ruimte & Economie | -71 | -124 | -134 | -134 | -134 |
7 | Vrijval begrote kosten exploitatie Zuidergebouw en andere panden | -2 | -2 | -2 | -2 | -2 |
7 | Milieuleges | 0 | 0 | -60 | -100 | -100 |
7 | Storting reserve Fysieke kwaliteit leefomgeving/spoorzone | 0 | 5.000 | -100 | -100 | -100 |
7 | Verlagen (overige) verzoektaken ODBN | 0 | 0 | -70 | -70 | -70 |
9 | Reductie uitgave Oss Actueel weekblad Regio Oss | 0 | -66 | -66 | -66 | -66 |
9 | Inzet Oss voor Basisteam (politie) Maasland doorberekenen | 0 | -17 | -17 | -17 | -17 |
9 | Verminderen inzet extern subsidiebureau | 0 | 0 | -24 | -24 | -24 |
9 | Geen webpublicaties meer van P&C documenten | 0 | 0 | 0 | -10 | -10 |
9 | Cateringleverancier 1 dag minder aanwezig op gemeentehuis | 0 | 0 | -50 | -50 | -50 |
9 | Inzet Oss voor partnership doorberekenen aan de overige gemeenten | -16 | -33 | -33 | -22 | -22 |
9 | Verhoging leges huwelijken | 0 | -17 | -17 | -17 | -17 |
9 | WOO implementatiebudget verlagen | 0 | -100 | -100 | -60 | -60 |
9 | Integraal digitaliseren | 150 | 48 | 5 | -500 | -500 |
9 | Voordeel hogere doorbelasting aan de regio | 0 | -95 | -439 | -439 | -439 |
10 | Geen rente bijschrijven op reserves | 0 | -610 | -595 | -945 | -945 |
10 | Verlagen van de post onvoorzien | 0 | -100 | -100 | -100 | -100 |
10 | Verhogen toeristenbelasting | 0 | -265 | -265 | -265 | -265 |
10 | Inzet algemene reserve | 0 | 0 | 0 | -560 | -560 |
Totaal ombuigingsvoorstellen | -532 | 2.735 | -5.485 | -9.538 | -10.548 |
5. Minder meerkosten
In de kadernota staat ook een categorie “minder meerkosten”. Deze maatregelen zijn én bedoeld om financiële tekorten in de toekomst te voorkomen én bedoeld om het sociaal domein duurzaam houdbaar te maken. Het gaat om structurele veranderingen. De maatregelen staan per wet benoemd, maar een integrale aanpak is daarbij noodzakelijk. Verbeteringen gericht op de jeugdzorg bijvoorbeeld vragen deels oplossingen in het onderwijs, in de Wmo, in de eerstelijnszorg, maar ook in de samenleving. Daar zijn we ons van bewust en dit past ook in onze aanpak. Oss staat niet alleen in deze opdracht, deze geldt voor alle gemeenten in Nederland. We zullen nog meer inzetten op het leren van werkende aanpakken elders en deze inzetten in Oss. Gezien het belang voor de samenleving en onze begroting informeren we de gemeenteraad periodiek over onze voortgang.
Jeugdhulp
Het gebruik Jeugdhulp stijgt elk jaar. We houden rekening met een jaarlijks groei (exclusief reguliere inflatie) van de kosten van jeugdzorg met 5%. Deze post is opgenomen onder de autonome ontwikkelingen. De kosten voor jeugdzorg zijn hoger door tariefstijging als gevolg van indexatie. Maar vooral laten de cijfers zien, dat het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdzorg in 2023 en 2024 sterk is toegenomen. Om de kosten voor jeugdzorg te beheersen, hebben we in aansluiting op de analyse van data en regionale en landelijke ontwikkelingen en voorbeelden, diverse maatregelen geformuleerd. Doel van de maatregelen is het terugdringen van gebruik.
We ramen een bezuinigingstaakstelling op onze eigen jeugdhulpbudgetten ter hoogte van € 1,6 miljoen in 2027, € 3,2 miljoen in 2028 en structureel € 4 miljoen vanaf 2029. Hiervoor hebben we diverse kostenbeheersingsmaatregelen geformuleerd, in het verlengde van de landelijke Hervormingsagenda Jeugd en het Osse beleidskader Integraal Jeugdbeleid. Daarin gaan we in op de pedagogische basis die van belang is voor de goede ontwikkeling van alle jeugdigen. Deze basis wordt gevormd door alle voorzieningen van onderwijs, kinderopvang, sport, cultuur, ontmoeten, speelruimte en GGD/gezondheid.
Met de maatregelen tezamen werken we toe naar de volgende doelstellingen:
- Gesloten jeugdhulp wordt niet meer aangevraagd (afname van 100%), wel alternatieve hulp nodig.
- 20% minder specialistische jeugdhulp (alle varianten behalve gesloten jeugdhulp).
- Specialistische jeugdhulptrajecten (alle varianten) duren 25% korter.
- 5% meer jeugdigen (met name zorgintensieve gezinnen) dan in voorgaande jaren gaan over naar de Wlz (Wet langdurige zorg).
De maatregelen zijn globaal gezien gericht op het verminderen van de instroom in de jeugdzorg enerzijds en anderzijds willen we meer sturen op zorgpaden.
Instroom verminderen
- Normaliseren: Niet ieder probleem heeft professionele ondersteuning nodig. Deze beweging gaan we organiseren door sessies met stakeholders, het doorvertalen van de nieuwe verordening jeugdhulp en een communicatieplan inclusief publiekscampagne.
- Ondersteuningsstructuur onderwijs versterken: in samenwerking met onderwijs werken met een brugfunctionaris voor het primair onderwijs (primair gefinancierd uit onze middelen voor onderwijsachterstandenbeleid) en jongerenwerk op school bij het voortgezet onderwijs (budget jongerenwerk).
- Doorontwikkelen van de samenwerking met de huisartsen: een POH GGZ bij alle huisartsen en meer zelf doen (budget POH GGZ jeugd).
- Echtscheidingsloket: team ‘Als je uit elkaar gaat’ (Ons Welzijn)
- Verstevigen van de lokale teams: jeugdprofessionals meer zelf hulp laten bieden, meer integrale gezinsondersteuning (volwassenzorg) en de pilot Samenwerkwijze jeugd (met zorgaanbieders).
- Minder instroom in dyslexie: in samenwerking met Samenwerkingsverband onderwijs
Sturen op zorgpaden
- Versterken van kostenbewust handelen in de toegang (versterking Centrum Jeugd en Gezin en backoffice jeugd: realtime dashboard van kosten/budget)
- Meer focus aanbrengen op de duurste en meest urgente vragen.
- Inzet van Wmo/volwassenzorg (toekomstplan vanaf 16,5 jaar, ontbrekend Wmo-aanbod voor jongvolwassenen in beeld en plan voor inkoop bij Wmo).
Om deze bezuinigingen te realiseren zijn ook investeringen nodig. In de periode van 2026 tot en met 2029 gaat dit om een bedrag van circa € 1,1 miljoen. In 2025 hebben we al geïnvesteerd in de ontwikkeling van een realtime dashboard en in een pilot Samenwerkwijze Jeugd samen met Ons Welzijn en zorgaanbieders. Diverse kostenbeheersingsmaatregelen die we hier beschreven hebben vragen om inzet van beleidscapaciteit, zoals samenwerking met huisartsen/POH GGZ Jeugd, afspraken over het verminderen van instroom in dyslexie, monitoring echtscheidingsloket, verstevigen van lokale teams en de pilot Samenwerkwijze. Er is forse beleidsaandacht nodig om de maatregelen uit te werken, te monitoren en bij te stellen. De kosten voor de investeringen betalen we uit de nieuw te vormen reserve komstenbeheersing sociaal domein.
Wmo individuele voorzieningen
We hebben te maken met stijgende kosten voor individuele voorzieningen. We zetten nadrukkelijk in op substitutie en het terugdringen van indicaties. We kunnen op diverse producten besparen door strakker te sturen op de verstrekking van individuele indicaties Wmo. Uit de regionale monitor van inkoop en contractmanagement blijkt dat de gemeente Oss in verhouding tot de andere regionaal aangesloten gemeenten meer en grotere indicaties individuele ondersteuning en dagbesteding verstrekt. Daarnaast zetten we in op meer inzet van voorliggend lichter aanbod. Hulp bij huishouden, Individuele ondersteuning en Dagbesteding vragen ieder om een eigen aanpak.
We zetten hierbij in op de volgende resultaten:
- de uitgaven aan Hulp bij huishouden nemen niet toe ten opzichte van 2025.
- de uitgaven voor Individuele ondersteuning nemen tot en met 2029 niet toe ten opzichte van 2025, dit betekent minder meerkosten van 3 ton in 2027, 6 ton in 2028 en 9 ton in 2029.
- bij Dagbesteding realiseren we een afname van uitgaven in 2028 ten opzichte van 2025 met 10% in 2028.
Dit doen we door in te zetten op:
- Verordening aanpassen en vakmanschapsontwikkeling zodat we scherpere doelen kunnen stellen bij inzet van Wmo-ondersteuning, gericht op versterken eigen regie inwoner en begeleiden naar (collectief) aanbod in de wijk.
- Noodzaak tot Wmo-ondersteuning kritischer beoordelen en inzet bij verlenging kritischer evalueren.
- Sociaal netwerk en collectieve voorzieningen nog beter inzetten en zo nodig aanvullend aanbod activeren / faciliteren. Vanuit de opdracht ONS welzijn en de subsidieregeling sociale basis.
Dit vraagt echter eerst investeringen. Voor de periode 2025-2029 gaat dit om een bedrag van circa € 0,9 miljoen. Door eerst te investeren in vakmanschapsontwikkeling en heldere kaders bereiken we naast een betere indicatiestelling ook minder verloop van onze consulenten, meer vakmanschap en tijdwinst. Dit vraagt om incidentele extra inzet van Wmo consulenten en een kwaliteitsmedewerker. Daarnaast vraagt het om een structurele verhoging van de Subsidieregeling Sociale Basis. De kosten voor de incidentele investeringen betalen we uit de nieuw te vormen reserve kostenbeheersing sociaal domein.