We hebben een nadeel van € 89.000 door kosten voor een bouw- en realisatieovereenkomst. We hebben in 2016 hiervoor een nog te ontvangen bedrag opgenomen. Eind 2024 hebben we de laatste vergoeding ontvangen ten behoeve van Oijense Zij. Dit leidde in onze jaarrekening 2024 tot een voordeel terwijl we dit hadden moeten verrekenen met het nog te ontvangen bedrag. We herstellen dit nu en daarom hebben we een incidenteel nadeel van € 89.000.
Hogere kosten realisatie flexwoningen
500
-500
0
0
0
Hogere kosten realisatie flexwoningen
We vragen € 302.5000 voor een tijdelijke stroomvoorziening aan de Gewandeweg voor de aanleg van de Flexwoningen en € 300.000 voor onvoorziene kosten in het bouwrijpmaken en ontsluiting van deze locatie. Deze extra kosten van € 0,6 miljoen betalen we uit de reserve binnenstedelijke transformatie. Door de netcongestie vertraagt de ontwikkeling van de flexlocatie Gewandeweg met een jaar tot anderhalf jaar. Met een tijdelijke stroomvoorziening kunnen we aan de Gewandeweg 68 woningen in 4e kwartaal 2025/ 1e kwartaal 2026 bouwen in plaats van in het 2e kwartaal van 2027. Dit leidt wel tot hogere kosten voor een tijdelijke stroomvoorziening. De totale kosten voor een tijdelijke stroomvoorziening op de Gewandeweg worden geraamd op € 0,6 miljoen en de gemeente draagt hier € 0,3 miljoen aan bij. Daarnaast hebben we hogere kosten voor het bouw- en woonrijpmaken van het terrein omdat het terrein in zijn geheel opgehoogd moet worden. Tot slot moeten we rekening houden qua veiligheid met een geschikte ontsluitingsroute van het terrein, waarvoor middelen nodig zijn. De verwachte kosten hiervoor bedragen € 0,3 miljoen. We hebben we in 2025 (tijdelijk) € 500.000 extra budget nodig. Dit is puur administratief. De dekking van de kosten voor bouw- en woonrijpmaken vindt via activering plaats in 2026. Het betreft de activering van de erfpachtgrond onder de tinyhouses. De rest van de kosten zijn al geraamd in de begroting vanuit de afdekking van de ontvangen rijksmiddelen (subsidie) en de uit de algemene reserve beschikbaar gestelde middelen.
Hogere inkomsten uit omgevingsvergunningen 2026-2029
-680
-1.249
-1.189
-1.189
-1.189
Hogere inkomsten uit omgevingsvergunningen 2026-2029
We stellen de verwachte legesopbrengsten bij. Dit geeft in 2025 een voordeel van € 0,7 miljoen en structureel vanaf 2026 een voordeel van € 1,2 miljoen. We stellen voor om de verwachte legesopbrengsten te gaan begroten op basis van een 5 jaarlijks gemiddelde. Dit betekent dat we de begroting jaarlijks gaan bijstellen om een zo goed mogelijke inschatting te maken van de verwachte opbrengsten. We gebruiken hiervoor het gemiddelde van de 2 voorgaande jaren, het huidige jaar en de prognose van komende 2 jaar. De opbrengsten hebben soms een grillig verloop. Door dit systeem te gaan hanteren kunnen we grote voor- en nadelen uitvlakken. Daarnaast stellen we voor om een reserve in te stellen zodat we bij grote afwijkingen in het huidige en de komende 2 jaar deze kunnen verrekenen (egaliseren) met de reserve. Zo kunnen we grote incidentele voor- en nadelen voorkomen. We werken de kaders voor deze reserve verder uit. Voor 2025 verwachten we een voordeel van € 0,7 miljoen. Het 5 jaarlijkse gemiddelde op dit moment is € 4,1 miljoen. In 2026 verwachten we opbrengsten van € 5 miljoen. Daarom stellen we voor om een bedrag van € 0,9 miljoen te storten in de nieuwe reserve Omgevingsvergunningen. Dit bedrag kunnen we dan in 2027 weer onttrekken omdat we dan lagere leges verwachten, namelijk € 3,2 miljoen. Volgend jaar stellen we de begroting weer bij. Per saldo verwachten we een jaarlijks voordeel van € 1,2 miljoen op de omgevingsvergunningen met een verwachte kostendekkendheid van 96%. We verwachten een aantal grote vergunningen te verlenen en door de grote ambities om wonen, dijkverzwaring en sport. We stellen voor om een deel van dit voordeel in te zetten voor formatie-uitbreiding bij de afdeling VTH voor het versterken van de capaciteit bij vergunningverlening.
Lagere kosten ureninzet ODBN
-131
0
0
0
0
Lagere kosten ureninzet ODBN
We schatten jaarlijks in dat de ODBN een aantal uren voor ons uitvoert. Daarop baseren we onze bijdrage aan de ODBN. In 2025 blijven de werkelijk uitgevoerde uren blijven achter, we verwachten hierdoor lagere kosten. Dit geeft een voordeel van € 131.000 in 2025.
Financiële vertaling parkeerbeleid 2025-2029
0
0
0
0
0
Financiële vertaling parkeerbeleid 2025-2029
We hebben de exploitatie van ons parkeerbedrijf geactualiseerd op basis van het nieuwe parkeerbeleid. De opbrengsten stijgen in totaal met € 1.850.000. Dit is nodig om toekomstige parkeervoorzieningen en ontwikkelingen te kunnen betalen ten behoeve van de leefbaarheid van de stad. Het gaat om ontwikkelingen zoals het mee investeren in en exploiteren van een gebouwde parkeervoorziening aan de Raadhuislaan, diverse fietsenstallingen en het toegankelijker maken van de bestaande parkeergarages. We verhogen de parkeertarieven per oktober 2025 en verlengen de parkeertijden voor betaald parkeren volgens de nota parkeren 2025. De kosten stijgen met € 50.000 in 2025 en € 200.000 in de periode 2026-2029. We hebben hogere kosten door handhaving van betaald parkeren vanaf 2026. Er is een nadere verdiepingsslag nodig om een goede inschatting te maken op hoe we de bewaking (geautomatiseerd, bemensing, tijden, capaciteit) bij de verschillende fietsenstallingen willen inrichten.
Tijdelijke capaciteit en budget Omgevingswet
0
0
0
0
0
Tijdelijke capaciteit en budget Omgevingswet
We stellen voor om extra capaciteit en budget voor de werkzaamheden Omgevingswet beschikbaar te stellen voor 2026. Het gaat om een bedrag van € 1,2 miljoen, dit betalen we uit de reserve Omgevingswet. De Omgevingswet is hét integrale fundament onder alle ruimtelijke ontwikkelingen; zij zijn onlosmakelijk en structureel verbonden met elkaar. Om verder te bouwen aan Oss als ‘Stad met Toekomst’ en onze strategische doelstellingen, is het daarom noodzakelijk en randvoorwaardelijk om de Omgevingswet als wettelijke taak ons eigen te maken en structureel te borgen binnen de organisatie. De afgelopen jaren hebben we incidentele middelen ontvangen van het Rijk voor de implementatie van de Omgevingswet en hebben deze gestort in de reserve Omgevingswet. We zien echter dat de uitvoering van de Omgevingswet structureel van aard is en dat hiervoor extra structurele personele capaciteit nodig is. We benutten hiervoor in 2026 de incidentele middelen uit de reserve Omgevingswet, omdat er momenteel nog geen structurele middelen beschikbaar zijn. We stellen voor om voor 8 fte een bedrag van € 1,1 miljoen beschikbaar te stellen en voor uitvoeringsbudget € 100.000. We onttrekken dit uit de reserve. In 2026 actualiseren we de noodzakelijke formatie en dekking voor 2027 en opvolgende jaren.
Extra capaciteit omgevingswet vergunningen
0
151
151
151
151
Extra capaciteit omgevingswet vergunningen
We stellen voor om jaarlijks € 151.000 beschikbaar te stellen voor het versterken van de capaciteit bij vergunningverlening omgevingsvergunningen. We stellen voor om de formatie met een Jurist impact omgevingsrecht (0,5 fte) en een regisseur vergunningen (1 fte) uit te breiden. We investeren in de inzet op het gebied van vooroverleg en coördinatie van het vergunningenproces en meer intern juridisch advies en coördinatie van bezwaar- en beroep procedures. Deze kosten vallen onder de kostendekkendheid van de leges omgevingsvergunning (zie hiervoor ook de extra inkomsten die we hiervoor begroten).
Behoud formatie afdeling Ruimtelijke ontwikkeling
0
0
0
0
0
Behoud formatie afdeling Ruimtelijke ontwikkeling
We stellen voor om bij de afdeling ruimtelijke ontwikkeling (RO) 3 fte beschikbaar te stellen en dit te betalen uit hogere opbrengsten. In 2026 vervalt bij de afdeling RO 4,5 fte en in 2027 1,0 fte (samen 5,5 fte) die tijdelijk beschikbaar was gesteld, waarbij de opdracht is gegeven hiervoor vast personeel aan te nemen, zodat inhuurpersoneel en de daarmee samenhangende kosten verminderd zouden worden. Gezien de complexe en grote ruimtelijke opgaven is het van belang om de formatie structureel uit te breiden. We stellen voor om nu voor 3 fte structurele formatieplaatsen beschikbaar te stellen. Op deze manier kunnen we de RO-werkzaamheden voor de (grote) ruimtelijke ontwikkelingen in Oss continueren. We voorzien een hogere opbrengsten van € 252.000 door doorbelasting naar grootschalige anterieure projecten. We schatten dit bedrag in als jaarlijkse meeropbrengsten, op basis van representatieve ervaringen in het verleden. Daarnaast hebben we hogere opbrengsten van € 92.000 vanuit legesheffing voor intaketafel, opbrengsten leges principeverzoeken, tarieven leges principeverzoeken en (toekomstige) verhoging van de tarieven van plankosten van anterieure overeenkomsten. Voor de overige 2,5 fte gaan we nader onderzoek verrichten naar dekkingsmogelijkheden en komen hier op een later moment op terug.
Storting ABR vanuit opbrengsten verkopen binnen anterieure overeenkomsten
0
0
0
0
0
Storting ABR vanuit opbrengsten verkopen binnen anterieure overeenkomsten
We ontvangen in 2026 € 0,7 miljoen door grondtransacties vanuit twee anterieure overeenkomsten. Dit bedrag storten we in de algemene reserve van het grondbedrijf. Binnen de anterieure overeenkomst Verdistraat verkopen we grond die de ontwikkelaar betrekt binnen het plan voor € 46.000. Daarnaast doen zij een bijdrage aan de grond van openbare parkeerplaatsen in het plangebied voor € 79.000. Binnen de anterieure overeenkomst 't Reut verkopen we grond die de ontwikkelaar betrekt binnen het plan voor € 584.000. Het totaal van € 0,7 miljoen storten we in de ABR.
Totaal Autonome ontwikkelingen
-222
-1.598
-1.038
-1.038
-1.038
Budget neutrale wijzigingen
162
-17
-17
3
3
Ombuigingsvoorstellen
-2
4.998
-232
-272
-272
Nieuw beleid
1.500
200
0
0
0
Extra uitbreiding starterslening SVN
0
200
0
0
0
Extra uitbreiding starterslening SVN
We stellen voor om het krediet voor het verstrekken van startersleningen te verruimen tot € 6 miljoen. We hebben via een separaat raadsvoorstel al voorgesteld om het uit te breiden met € 2,5 miljoen voor 2025. De extra kosten die dit met zich meebrengt dekken we uit de reserve Verstrekken leningen volkshuisvesting. We stellen voor om aanvullend nog € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor het verstrekken van startersleningen. De kosten hiervoor bedragen circa € 0,4 miljoen. Bovenstaande reserve is hiervoor niet voldoende en daarom stellen we voor om een extra storting te doen in deze reserve van € 0,2 miljoen. Dit bedrag is nodig omdat we bij deze leningen in de eerste drie jaar geen rentevergoeding ontvangen terwijl we wel rentekosten hebben.
Extra storting in reserve Omgevingswet
1.500
0
0
0
0
Extra storting in reserve Omgevingswet
We stellen voor om in 2025 een extra storting te doen in de reserve omgevingswet van € 1,5 miljoen. Het is noodzakelijk en randvoorwaardelijk om de Omgevingswet als wettelijke taak ons eigen te maken en structureel te borgen binnen de organisatie. De afgelopen jaren hebben we incidentele middelen ontvangen van het Rijk voor de implementatie van de Omgevingswet en hebben deze gestort in de reserve Omgevingswet. We zien echter dat er voor de werkzaamheden voor de Omgevingswet extra personele capaciteit nodig is. We benutten hiervoor in 2026 de incidentele middelen uit de reserve Omgevingswet, omdat er momenteel nog geen structurele middelen beschikbaar zijn. Omdat hierdoor de reserve leeg raakt stellen we voor om deze aan te vullen met € 1,5 miljoen. Voor 2025 en 2026 besteden we ongeveer € 1 miljoen per jaar uit de reserve. Met een bedrag van € 1,5 miljoen kunnen we kosten voor 2027 en een deel van 2028 naar verwachting afdekken. In 2026 actualiseren we de noodzakelijke formatie en dekking voor 2027 en opvolgende jaren.
Totaal Nieuw beleid
1.500
200
0
0
0
Totaal programma
24.231
15.279
9.805
9.810
9.815
Deze pagina is gebouwd op 10/08/2025 17:06:01 met de export van 10/08/2025 16:47:58